Nokia 7373 - Beveiliging

background image

Beveiliging

Wanneer beveiligingsfuncties zijn ingeschakeld waarmee de mogelijke oproepen
worden beperkt (zoals het blokkeren van oproepen, gesloten gebruikersgroepen
en vaste nummers), kunt u mogelijk nog wel het geprogrammeerde
alarmnummer kiezen.

Selecteer

Menu

>

Instellingen

>

Beveiliging

en daarna een van de

volgende opties:

PIN-codeaanvraag

en

UPIN-codeaanvraag

— als u de telefoon wilt

instellen om naar de PIN-code of UPIN-code te vragen wanneer de
telefoon wordt ingeschakeld. Bij sommige SIM-kaarten kan het vragen
naar deze code niet worden uitgeschakeld.

PIN2-codeaanvraag

— om in te stellen of de PIN2-code is vereist

wanneer een bepaalde telefoonfunctie wordt gebruikt die met de PIN2-
code is beveiligd. Bij sommige SIM-kaarten kan het vragen naar deze
code niet worden uitgeschakeld.

Oproepen blokkeren

— om inkomende en uitgaande oproepen te

beperken (netwerkdienst). Hiervoor hebt u het blokkeerwachtwoord
nodig.

Vaste nummers

— als u uitgaande oproepen wilt beperken tot

geselecteerde telefoonnummers, als dit door uw SIM-kaart wordt
ondersteund. Als de functie Vaste nummers is ingeschakeld, zijn GPRS-
verbindingen niet mogelijk, behalve bij het verzenden van
tekstberichten via een GPRS-verbinding. In zo'n geval moeten het
telefoonnummer van de ontvanger en het nummer van de
berichtencentrale in de lijst Vaste nummers zijn opgenomen.

background image

I n s t e l l i n g e n

66

Bep. grp gebruikers

— om een bepaalde groep personen op te geven die u

kunt bellen en die u kunnen bellen (netwerkdienst)

Beveiligingsniveau

>

Telefoon

— als u wilt dat de beveiligingscode

wordt gevraagd wanneer een nieuwe SIM-kaart in de telefoon wordt
geplaatst. Als u

Geheugen

selecteert, wordt de beveiligingscode

gevraagd wanneer het SIM-kaartgeheugen is geselecteerd en u het
gebruikte geheugen wilt wijzigen.

Toegangscodes

— als u de beveiligingscode, de PIN-code, de UPIN-code,

de PIN2-code of het blokkeerwachtwoord wilt wijzigen

Code gebruiken

— om te selecteren of de PIN-code of de UPIN-code

actief moet zijn

Autoris.certificaten

of

Gebr.certificaten

— om de lijst met

autorisatiecertificaten of gebruikerscertificaten te bekijken die naar de
telefoon is gedownload. Zie Certificaten op pagina 91.

Inst. beveil.module

— om

Geg. beveil.module

weer te geven, activeert u

Verzoek PIN module

of wijzigt u de module-PIN en de ondertekenings-

PIN. Zie ook Toegangscodes op pagina 10.